WONEN OP HOOGTE: TERUG NAAR DE STAD

WONEN OP HOOGTE: TERUG NAAR DE STAD
INLEIDING Het recent gepresenteerde onderzoek “Wonen Op Hoogte” (Stichting Hoogbouw en Van Eesteren Museum) “verkent de voor-en nadelen van wonen op hoogte binnen de huidige woningbouwopgave.” Deze verkenning vindt plaats vanuit een groot aantal verschillende, deels historische invalshoeken, onder andere als “sociale en economische verbinder in bestaand stedelijk gebied.” Een groot aantal recente hoogbouw-projecten wordt aan kritische beschouwingen onderworpen. Op grond daarvan wordt niet alleen gepleit voor de “juiste randvoorwaarden” om tot verbeteringen te komen. Ook worden maar liefst dertien (13) “oproepen tot actie” geformuleerd, gericht aan overheden, ontwikkelaars en ontwerpers. Daarmee wordt indruk gewekt dat hoogwaardige hoogbouw nog ver weg is. Tegelijkertijd komt in het onderzoek Wonen Op Hoogte vooral naar voren, dat het juist ook de integrale woningbouw-cyclus (van laag tot hoog) aan heldere en objectieve kwaliteiten ontbreekt. Tegen deze achtergrond wordt in deze reactie/ bijdrage van de Stichting Een Open Stad een aantal concrete voorstellen gedaan, waarmee de (nederlandse) woningbouw veel sneller kan worden opgewaardeerd naar een hoger sociaal, stedenbouwkundig, economisch, ecologisch, (woon-)programmatisch, exploitatief, architectonisch (top-)niveau. SAMENVATTING In deze reactie wordt een aantal kritische kanttekeningen geplaatst bij betoog en oproepen van het rapport “wonen op hoogte”. Kern daarvan is vooral het nogal theoretische karakter daarvan, dat voorbijgaat aan het belang van stedenbouwkundige context en belevingswaarde daarvan voor bewoners. Bovendien wordt in het onderzoek voorbij gegaan aan de consequenties van de nieuwe Omgevingswet. Bovendien wordt ten onrechte het gemeentelijk bestemmingsplan nog verder uitgehold. Tenslotte wordt een onevenredig grote rol en betekenis toegekend aan ontwikkelaars en ontwerpers. Tegen deze achtergrond wordt in deze reactie primair gepleit voor het daadwerkelijk in praktijk brengen van alle bestaande kennis over hoog-kwalitatieve woningbouw, in combinatie met de introductie van een langere levensloop-bestendigheid voor zowel woning, woonvorm en -gebouw als voor een langere looptijd van exploitatie, financiering tbv lagere woonlasten. Dit alles voor goed geformuleerde, programmatische condities voor alle woonvormen: laagbouw, middelhoogbouw, hoogbouw. OPROEP 13 VERVOLGACTIES In het onderzoek “Wonen Op Hoogte” wordt de “stads-esthetiek” veroordeeld tot een betekenis “die de betekenis van hoogbouw plat slaat tot een skyline.” Hiermee wordt ten onrechte de stedenbouwkundige context op het schaalniveau van de stad als geheel over het hoofd gezien. Het is daarentegen juist de integrale en historische morfologie van de stad als geheel die bepalend is voor de betekenis van hoogbouw. Denk bijvoorbeeld aan het “kerkenkruis” van de stad Amsterdam of aan de circulaire hoofdstructuur van grachten, singels en ringwegen. Maar denk daarbij ook aan de ervaring en “belevingswaarden” van alle inwoners en gebruikers van de stad als geheel. Deze overstijgen het belang van kleinere gebiedsontwikkelingen, met of zonder hoogbouw. En zijn daarmee primair bepalend voor inpasbare, nieuwe hoog-wonen-ontwikkelingen. RIJKSOVERHEID pm citaten omgevingswet In drie oproepen aan het Rijk wordt gevraagd het Bouwbesluit “hoogbouw-bestendig” te maken, een leidraad voor woonkwaliteit op te stellen en ekologie als standaardnormering op- te nemen in wetgeving. Hoewel deze benadering inhoudelijk begrijpelijk en toe te juichen is, komt het tegelijk wereldvreemd en tegenstrijdig over: de binnenkort in te voeren Omgevings-Wet behelst een steeds verder gaande liberalisering, die marktpartijen veel meer eigen ruimte en verantwoordelijkheden geeft. GEMEENTES pm illustraties structuurvisie amsterdam 2040 Aan gemeentelijke overheden worden in “Wonen Op Hoogte” vier oproepen gedaan: onder andere om “bestemmingsvrije zones voor hoogbouw” en meer supervisoren in te stellen. Hetgeen er op neer komt dat nieuwbouw-ontwikkelingen nog verder buiten de invloed van gemeentes en omwonenden komen te liggen. Hetgeen weer geheel tegenstrijdig is aan een vierde oproep om een “toetsbaar, meetbaar beoordelings-systeem voor maximale hoogbouw-kwaliteiten” te introduceren. Het instellen daarvan is zeer belangrijk, maar alleen effectief in combinatie met veel stringenter bestemmingsplan-bepalingen in zowel gemeentelijke bestemmings- als in structuur-plan-schetsen. ONTWIKKELAARS pm rekenmodellen Opmerkelijk zijn de oproepen aan de Ontwikkelaars, die neerkomen op een compleet nieuw “verdien-model”, met nieuwe, financiële, juridische, organisatorische en vastgoed-principes, mede gericht op een langere levensduur en exploitatietermijn van gebouwen. Deze aandacht voor de langere termijn en levensloop van gebouwen is essentieel om ook de veel hogere kwaliteits-eisen te kunnen financieren, maar ook om daarmee vastgoed- en woon-lasten structureel aanzienlijk te kunnen verlagen. Hetgeen zowel aan woon-producenten als aan bewoners-consumenten ten goede zal komen. ONTWERPERS pm ontwerp-plattegrond-beelden De laatste oproepen aan ontwerpers doen eigenlijk ook een beroep op het professioneel en historisch bewustzijn. Want alle ontwerp-onderzoeken mbt levensloop-bestendige en duurzame woonvormen en gebouwtypologieën zijn gedaan en bekend. Dat geldt evenzeer voor woonbehoeften en woonbeleving van doelgroepen. Evenals voor de ruimtelijke, logistieke en energetische effecten van gebouwen in de tijd. Het gaat er vooral om, dat deze kennis in de praktijk wordt gebracht, misschien door alle betrokken en verantwoordelijke partijen, van Rijk tot Gemeente en van Ontwikkelaar tot Ontwerper. CONCEPTdd10.10.21

MARINE TERREIN COMPROMIS

MARINE TERREIN COMPROMIS

MARINE TERREIN INTEGRATIE

MARINE TERREIN INTEGRATIE

SLAVERNIJ MUSEUM

SLAVERNIJ MUSEUM

TERPWONING EEMNES

TERPWONING EEMNES

GRENS OVERSCHRIJDENDE SELECTIE VAN “RIJMBEELDEN” OF “BEELDSPRAKEN”

GRENS OVERSCHRIJDENDE SELECTIE VAN “RIJMBEELDEN” OF “BEELDSPRAKEN”
Snippers en fragmenten van verregende affiches krijgen als (dé)collages een nieuw leven en andere betekenis. Worden met namen en titels benoemd en gekoppeld aan korte gedichten.  Nieuwe woorden gaan rijmen op afgedankte beelden, die daarmee een nieuwe waarde krijgen: herwaardering van vergankelijke beeldculturen.